top of page
630.jpeg

BIESBOSCH
CROSSINGS 1944-1945

In het najaar van 1944 werd het zuiden van Nederland bevrijd door het Engelse, Amerikaanse, Canadese en Poolse leger. Dit resulteerde er in dat de Biesbosch vanaf 6 november 1944 tussen de linies van de Duitsers en de geallieerden kwam te liggen. De "line-crossers" onderhielden vanaf deze periode een verbinding tussen bevrijd en bezet gebied.  Deze groep was een onderdeel van de grotere verzetsgroep Albrecht.

​

Over twee verschillende routes werden mensen, goederen, informatie en medicijnen (vooral insuline) vervoerd. In totaal werden ongeveer 374 oversteken gemaakt. Het waren vooral militaire koerierswegen, maar ook joden en gestrande piloten konden zo een weg naar bevrijd Nederland vinden. Hoewel bekend is hoeveel oversteken zijn gemaakt is niet bekend hoeveel mensen zijn overgezet. Een van hen was generaal John Hackett, die in Arnhem zwaargewond was geraakt maar een operatie overleefde en wist te ontsnappen via deze crossingroute. 

​De eerste route liep van Werkendam naar Drimmelen: deze ging eerst een stukje over land, dan per kano over het Steurgat, langs de polder Pauluszand naar het eiland Middelste Jannezand en dan langs de Biesboschkant de Amer op. Daar hing tegenover restaurant 't Voske en tegenover de haven van Drimmelen een mand om aan te geven wanneer overgestoken moest worden. De mand werd verder gehesen als er crossers aankwamen.

​

De tweede route liep van de Sliedrechtse haven via de Helsluis over de Nieuwe Merwede, dan langs de Brabantse Biesbosch om de Amer over te steken naar Lage Zwaluwe.

​

De routes waren 13 tot 18 km lang, hoewel er soms ook een omweg gemaakt moest worden. Minimaal deed men daar vijf uren over, vaak ook een hele nacht. Er werd geroeid in kano's en kleine bootjes, soms met een geluidloze elektromotor, meestal 's nachts en vooral niet met volle maan. Soms werden zij achterna gezeten door Duitse stormboten. Tegen het einde van de oorlog werden bijna dagelijks overtochten gemaakt.

serveimage_edited.jpg
bottom of page